Nazomer
ik heb in het gras mijn wapens gelegd
en mijn wapens gaan geuren als gras
ik heb in het gras mijn lichaam gelegd
mijn lichaam is geurig als hout bitter en zoet
dit liggen dit nietige luchtige liggen
als een gele foto liggend in het water
glimmend gekruld op de golven
of bij het bos stoffig van lichaam en schaduw
oh grote adem laat de stenen nog niet opstaan
maak nog niet zwaar hun wangen hun ogen
kleiner gebrilder en grijzer
laat ook de minnaars nog liggen en stilte
zwart tussen hun zilveren oren en ach
laat de meisjes hun veertjes nog schikken en glimlachen
Lucebert
uit: “Van de afgrond en de luchtmens”
Twee meisjes liggend op het gras, 1889, John Singer Sargent
Mijn paspoort zegt anders, maar in mijn hoofd ben ik nog een meisje. En dat meisje maakte van restjes stof en stukjes bloemendraad luchtige veertjes om de lichtheid van de zomer nog even vast te houden.
Ik hoop dat je erom kan glimlachen ...